Gegrild, gekookt, als sashimi of salade – De Groene Amsterdammer

Octopussen zijn intelligent, voelen pijn én zijn een delicatesse. De internationale handel is miljarden waard en overbevissing is een groot probleem. Is het ethisch om octopus te eten?

https://www.groene.nl/artikel/gegrild-gekookt-als-sashimi-of-salade

Salem Abu BakrNathalie BertramsIngrid Gercama en Tristen Taylor beeld Nathalie Bertrams

13 maart 2024 – verschenen in nr. 11

In de haven van Nouadhibou, de op een na grootste stad van Mauritanië, leunt de 48-jarige visser Atigh Boucavar uitgeput op een stapel met octopusvallen. Achter hem krioelen duizenden wit-blauwe bootjes in de West-Afrikaanse zon. Matrozen dragen vaten met diesel, baguettes en vistuig. Anderen slepen zakken met vers gevangen octopus over de kade. Op de grond liggen modder, visafval en plastic flessen. Het stinkt naar rotte vis.

In de havenstad geldt het recht van de sterkste. En vandaag verloor Boucavar, die meer dan een week op de Atlantische Oceaan heeft doorgebracht. Als hij een goede vangst heeft, verdient zijn zeskoppige boot vijf euro per kilo octopus, winst die ze onder de bemanning verdelen. Maar steeds vaker komen de vissers, net als vandaag, met lege handen thuis. De competitie is moordend. Mauritanië heeft de grootste artisanale octopusvisserij ter wereld. Met 7500 houten bootjes vangen vijftigduizend vissers de octopus die ook wij in Europa eten.

‘Het is gevaarlijk, maar ik heb geen keus, ik moet wel de zee op om te overleven’, zegt Boucavar terwijl hij een val met naald en draad repareert. ‘De meeste arbeiders bezitten zelf geen motorboot, die zijn van de zakenmannen hier. Het is zo oneerlijk.’ Boucavar wijst naar de horizon waar de industriële trawlers van visserijbedrijven uit China, Rusland en de Europese Unie ten anker liggen. Volgens hem roven die buitenlandse bedrijven de zee leeg: ‘Wij, de vissers, verliezen hier.’

Handelaren brengen de verse octopus met gehavende busjes in ijsgekoelde dozen naar ongeveer vijftig verwerkingsfabrieken in de stad. Elk jaar wordt er ongeveer dertig miljoen kilo octopus uit het woestijnland geëxporteerd, vooral naar Spanje en Japan. Die twee landen domineren de wereldwijde handel in de zeedieren en bevoorraden ook Nederland. Overbevissing is een groot probleem. Buitenlandse bedrijven en de Mauritaanse overheid strijken de winst van de miljardenhandel op, maar de vissers leven in armoede.

De ‘octopus vulgaris’ leeft op 250 meter diepte langs de Mauritaanse kust. Met zijn blauwe bloed, drie harten en acht tentakels met vijfhonderd miljoen zenuwcellen is de octopus een van de meest fascinerende beesten van het dierenrijk. Het roofdier, dat zich met schaal- en weekdieren en kleine vissen voedt, kan razendsnel van kleur veranderen en zich vermommen met schelpen als hij wordt aangevallen. Volgens wetenschappers hebben octopussen een korte- en langetermijngeheugen en kunnen ze opwinding, vreugde, pijn en verdriet voelen.

Octopussen zijn erg intelligent én erg smakelijk, gegrild, als tapas of in een Hawaïaanse poké-bowl. De delicatesse wordt steeds populairder en de vangst op octopus is daarom tussen 1950 en 2018 vertienvoudigd tot 380.000 ton, aldus een recent onderzoek van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Meer dan driekwart van de octopus die we in Europa consumeren komt uit West-Afrika. De handel naar de Europese Unie wordt gedomineerd door Spanje, de derde grootste octopusimporteur ter wereld.

De visserijsector in de provincie Galicië, een van de grootste in Europa, speelt een sleutelrol. Het eten van octopus is ook een eeuwenoude traditie, zegt de goedlachse restaurateur en ondernemer Daniel González Atanes (49) in O Carballiño. Tientallen pulperia’s, restaurants die octopus traditioneel bereiden, sieren de straten van het pittoreske plaatsje in het noordwesten van Spanje. Al vier generaties leeft Atanes’ familie van de octopus: zijn bedrijf Al Pulperia verwerkt jaarlijks zo’n achthonderdduizend kilo.

In Atanes’ fabriek hangt de intens zoete en indringende geur van gekookte octopus. In een koelcel staan kratten met driehonderd ton bevroren octopus tot het plafond opgestapeld. Eerst verwijderen arbeiders in het slachthuis de ingewanden en snijden dan het hoofd en de acht armen af. De tentakels worden in een gigantische snelkookpan gestopt. Daar sudderen ze tot ze de karakteristieke rode kleur aannemen die foodies doet zwijmelen.

‘Onze octopus is wereldwijd een succes’, zegt de ondernemer die ook naar Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten exporteert. Omdat er in Galicië, net als in andere landen rond de Middellandse Zee, steeds minder wordt gevist, haalt hij zijn octopus uit het buitenland, vooral Mauritanië en de Westelijke Sahara. ‘Daar komt de Japanse kwaliteit vandaan, het enige wat wij hier gebruiken’, zegt Atanes.

Op hemelsbreed 2700 kilometer van O Carballiño zit Babana Yayha Emhamed in een uitgestorven tankstation genaamd Gare Du Nord, in het midden van de woestijnstaat Mauritanië. De inspecteur-generaal van het ministerie van Visserij en Maritieme Economie drinkt een mierzoete muntthee, een welkome verkoeling tijdens de hete reis dwars door de Sahel. Hij had ons graag op zijn kantoor in de haven van Nouadhibou ontvangen, maar zijn baas beval hem halsoverkop naar de hoofdstad Nouakchott te komen.

‘Mauritaniërs worden met hun rug naar de zee geboren. Het zijn nomaden met kamelen, geiten en schapen. Ze wisten helemaal niets van de zee’, zegt de inspecteur. Maar de verwoestende droogtes van 1970 en 1984 dreven duizenden uitgehongerde mensen naar de kust. Toen ontdekte het land dat ze een van de rijkste visgronden ter wereld bezitten. Langs de ruim zevenhonderd kilometer lange kustlijn, die zich van Senegal tot West-Sahara uitstrekt, komt een zeestroom van de Canarische Eilanden en de Golf van Guinee bij elkaar. De koele en voedselrijke stroom stimuleert een hoge productie van plankton, wat zeebrasem, makreel, tonijn, zeebaars, sardines en kreeften aantrekt. En octopus.

Kweken? Het is ethisch twijfelachtig om octopussen in gevangenschap te houden. Het zou een marteling voor ze zijn

Na mijnbouw voor ijzererts is visserij nu de grootste industrie in Mauritanië. De regering verkoopt visvergunningen aan gigantische trawlers uit China, Rusland, Oekraïne, Turkije en Europa. In 2022 verlengde de EU haar visserijovereenkomst: tot 2028 mogen 86 EU-schepen, bijvoorbeeld de supertrawler van het familiebedrijf Cornelis Vrolijk uit IJmuiden, elk jaar 290.000 ton vis vangen in de Mauritaanse wateren. Vaak jagen ze op pelagische vis, zoals sardines, haring en makreel, die veelal tot vismeel worden vermalen. Ongeveer een derde van de wereldwijd gevangen vis wordt verwerkt tot voer voor andere dieren, bijvoorbeeld voor kweekzalm in de Noorse fjorden of voor riviergarnalen in China.

Buitenlandse vissersvloten plunderen de Mauritaanse zee en gebruiken verwoestende technieken, bleek uit onderzoek van De Groene Amsterdammer. Tot in 2012 domineerden Spaanse, Japanse en Chinese boten, die met enorme sleepnetten de bodem vernietigen. Sinds 2012 is het vangen van octopussen exclusief voorbehouden aan Mauritaniërs. Ongeveer vijftigduizend vissers domineren nu de artisanale vangst, met plastic potten en vallen die ze gebruiken om de octopus levend in te vangen.

‘Vanwege de marktwaarde en omdat hij zo gemakkelijk te vangen is, is de octopus vulgaris een economisch zeer winstgevende soort’, zegt inspecteur Emhamed. In 2021 was de industrie in Mauritanië al zo’n driehonderd miljoen euro waard, veel geld in het arme land. ‘Helaas merken we al enkele jaren, zelfs decennia, dat de octopuspopulatie afneemt.’ De overheid nam diverse maatregelen om de ‘duizelingwekkende daling’ van de visbestanden te beteugelen. Toch maakt de inspecteur zich zorgen, er zijn te veel mensen afhankelijk van de vangst: ‘Er is enorme honger naar deze hulpbron. De vraag is hoe we deze duurzaam kunnen beheren.’

‘Octopus is een sleutelsoort voor het mariene ecosysteem en dus van belang voor de hele visserijsector’, zegt bioloog Dr. Beyah Meissa van het Mauritaanse Instituut voor Oceanografisch Onderzoek en Visserij (Imrop). In een vergaderzaal van zijn kantoor in Nouadhibou legt hij uit dat octopussen op krabben en mosselen jagen. Door overbevolking te voorkomen, spelen ze een cruciale rol in de voedselketen. Ook geven ze voedingsstoffen af aan zeeplanten en algen, die weer door andere dieren worden gegeten. Een afname van de populatie heeft verstrekkende gevolgen voor de biodiversiteit in de Atlantische Oceaan.

Meissa doet al jaren onderzoek naar de visbestanden in Mauritanië en zijn conclusie is kristalhelder: de octopus is volledig overbevist. Niet alleen zijn er meer boten en breidde de industriële visserij zich uit naar kustgebieden, ook is er steeds meer jacht op de wulkschelp, een belangrijke voedselbron voor octopussen en een ware delicatesse in China. Ook stijgende watertemperaturen en klimaatverandering hebben een desastreuze invloed op het mariene ecosysteem. Meissa vindt de vooruitzichten alarmerend.

Om de schade te beperken heeft de Mauritaanse regering, op advies van Imrop, diverse maatregelen getroffen. Zo mogen octopussen die minder dan een pond wegen niet meer gevangen worden en is er een vangstquotum ingesteld. Tijdens de broedseizoenen is vangst strikt verboden. Ook worden er speciale beschermingszones gecreëerd. ‘Een week geleden hebben we een visverbod uitgevaardigd voor twee gebieden waar concentraties jonge octopus voorkomen’, zegt Meissa. Maar vissers respecteren de quota niet en oefenen druk uit op de regering om de visserij het hele jaar door open te houden.

De Mauritaanse kustwacht houdt toezicht op de tweehonderd-mijlszone en de buitenlandse vissersvloot met behulp van de nieuwste satelliet- en radartechnologie en patrouilleboten, gefinancierd door de Duitse stimuleringsbank KfW. De kustwacht beschermt ook de Banc d’Arguin, een Unesco-natuurgebied ten zuiden van Nouadhibou. Het is een broedplaats voor octopussen en een overwinteringsgebied voor ruim twee miljoen trekvogels die elk jaar uit Europa komen. Ook daar neemt de illegale visserij toe. De kustwacht beschikt niet over voldoende middelen om de vissersvloot in de gaten te houden. ‘Vissers zullen er altijd in slagen om de wet te omzeilen, dat is de aard van de visserij waar dan ook ter wereld. Net als met mensenhandel, drugs of smokkel is er veel geld mee gemoeid’, concludeert Meissa.

In Nouadhibou’s beruchte havenbar Tako, wat octopus betekent in het Japans, roddelt men graag over andere handelaren. Hier eten Cubaanse dokters, Spaanse en Griekse handelaren en Ghanese vismeelfabrikanten aan het einde van de dag gebakken vis en dansen ze op luide muziek. Hoewel het in de Islamitische Republiek Mauritanië strikt verboden is om alcohol te serveren, staan de flessen Jameson en Heineken gewoon op tafel. Of je nu eigenaar bent van een van de stinkende vismeelfabrieken of octopus invriest voor de export, pocht een anonieme visgroothandelaar: ‘Hier kun je snel en gemakkelijk rijk worden.’

Hoe meer de alcohol vloeit, hoe sterker de verhalen worden. Niet iedereen hier is eerlijk rijk geworden, roddelt een vishandelaar terwijl hij een slok bier neemt. ‘Neem het bedrijf van Boughourbal. Die stuurt octopus naar Japan en is veel te snel rijk geworden. Ze hebben hun geld offshore geparkeerd’, zegt hij over zijn concurrent. Ook andere bronnen wijzen op de schimmige zaakjes van het bedrijf. Miljoenen van de winst van Boughourbals visserijbedrijven zitten verstopt in belastingparadijzen, concludeerde bijvoorbeeld het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ) in zijn Pandora Papers.

Boughourbal onderhield nauwe banden met ex-president Mohamed Ould Abdel Aziz, schreef ICIJ’s partner Daraj, een Arabisch mediaplatform.De Mauritaanse openbare aanklager in Nouakchott heeft Aziz eind december vorig jaar veroordeeld tot een zeer milde gevangenisstraf van vijf jaar voor illegale verrijking en witwaspraktijken rondom landtransacties en de oliesector, alsmede vanwege een schimmige deal met het Chinese vissersbedrijf Poli Hong Dong. In 2010 gaf president Aziz het bedrijf toestemming om een eigen haven te bouwen in Nouadhibou en 25 jaar lang in zijn wateren te vissen. De gigantische operatie is nu de grootste overzeese visserijbasis van China, aldus onderzoek van SeafoodSource.

In de visfabriek heeft één man een specifieke baan: hij ruikt elke octopus. Als er ook maar één stinkt keuren de Japanners alles af

Een bezoek aan Boughourbals fabriek bevestigt alleen dat er enorm veel geld in zijn bedrijf omgaat. ‘Als we onze productie stilleggen, verliezen we miljoenen euro’s per dag’, zegt Moulaye Abbase Boughourbal. Verder wil hij geen financiële gegevens delen. Zijn dochter Jamila wil wel laten zien hoe de octopus wordt ingevroren voor export naar Japan en Europa. Vooral Japanse consumenten waarderen esthetiek, zegt Jamila. Importeurs zullen bijvoorbeeld nooit een octopus kopen met beschadigde tentakels. In de visfabriek heeft één man een heel specifieke baan: hij ruikt elke octopus. Want als er ook maar één in een levering stinkt, naar benzine uit een motor bijvoorbeeld, keuren de Japanners alles af.

In Osaka, een havenstad in het zuiden van Japan, begint het leven pas echt ’s nachts. Een groep hongerige mensen verdringt zich dan onder de neonverlichte reclameborden rond de drukke kraampjes. Hier verkopen chefs takoyaki, een Japanse specialiteit van octopusballetjes met visvlokken en speciale saus. In de overvolle izakaya’s, die van buitenaf te herkennen zijn aan de rode lantaarn, bereiden chef-koks tako – gegrild, gekookt, als sashimi of salade. Bijna veertig procent van de octopus die in Japan wordt geïmporteerd, komt uit Mauritanië. Daar heeft de octopus de beste kwaliteit, volgens kenners. >

De nachtelijke drukte in Osaka staat in schril contrast met de orde in het centrum van de rustige wijk Edogawa City in Tokio. In een elf verdiepingen hoog flatgebouw woont de man die verantwoordelijk is voor de Mauritaanse octopus-hype. Op de zevende verdieping zit de 73-jarige Masaaki Nakamura, omringd door vergeelde foto’s en boeken over visserij. Hij is net hersteld van een heupoperatie, maar hoopt Nouadhibou snel weer te bezoeken. Nakamura woonde jaren in Mauritanië en heeft de octopusvisserij daar opgezet.

In 1976 was hij voor het eerst in Nouadhibou, als vrijwilliger voor het Japan International Cooperation Agency. Hij wilde arme vissers in de havenstad aan een inkomen helpen. De lokale bevolking, die octopus walgelijk vond, was eerst niet geïnteresseerd. Maar tien mensen wilden met hem werken. Nakamura volhardde en leerde ze de traditionele Japanse methode om de octopus levend te vangen in vallen en potjes. Het is diervriendelijker dan de pulsvisserij, die vaak tot verminkingen leidt en de zeebodem vernietigt, zegt hij. Hij is er trots op dat vissers nog steeds zijn methode gebruiken.

Nakamura ziet ook de donkere kant van de snelle ontwikkeling van visserij in Mauritanië. Hij geeft China de schuld. ‘China heeft een enorme vloot van honderden trawlers voor de kust van West-Afrika, en zij stelen alle hulpbronnen’, zegt hij. Volgens conservatieve schattingen is de Chinese buitenlandse vloot ongeveer drieduizend schepen groot. Nakamura wil nog een keer naar Nouadhibou om de vakbonden te adviseren om eigenaar te worden van de fabrieken en om het aantal trawlers te verminderen, zodat de kleine vissers meer kans hebben. ‘We moeten nu handelen.’

Al meer dan de helft van de zeevruchten die we eten – mosselen, garnalen en zalm – wordt gekweekt. Sinds de jaren zestig worden er daarom steeds meer pogingen gedaan om ook octopus te kweken. In 2019 kondigde Nueva Pescanova, een Spaanse vissersgigant met zevenduizend hectare aquacultuurgrond en een vloot van ongeveer zestig trawlers, een nieuwe ontwikkeling aan. Vanaf dit jaar wil het Spaanse bedrijf elk jaar drieduizend ton octopusvlees produceren door miljoenen octopussen te fokken op het Spaanse eiland Gran Canaria.

De plannen leidden tot een verhit debat. Voorstanders beweren dat alleen massa-aquacultuur de toenemende honger naar octopus kan stillen. Keri Tietge, expert bij de dierenbeschermingsorganisatie Eurogroup for Animals in Brussels, is het daar niet mee eens. ‘Er wordt altijd beweerd dat aquacultuur de druk op de populaties van wilde dieren verlicht. Maar het stimuleert alleen de groeiende vraag.’ Dat blijkt ook uit een onderzoek dat in 2019 verscheen in het wetenschappelijke blad Conservation Biology. Bovendien zorgt het kweken van octopussen voor extra druk op het mariene ecosysteem. Voor de productie van één kilo octopusvlees is meer dan de dubbele of drievoudige hoeveelheid visvoer nodig. Gekweekte octopussen zouden dus theoretisch gevoed kunnen worden met overbeviste bestanden, bijvoorbeeld uit Mauritanië.

Het is ethisch twijfelachtig om octopussen in gevangenschap te houden, vervolgt Tietge. Uit onderzoek blijkt dat octopussen pijn kunnen voelen en die zelfs vermijden. Volgens de octopus-expert zou de bio-industrie een marteling zijn voor de dieren. Om het rendabel te maken, moet je veel dieren in een ruimte hebben. In het wild hebben octopussen een jachtgrond van ongeveer tweehonderd vierkante meter en leven ze alleen. ‘Octopussen zijn niet gewend om samen te leven, ze zijn gestrest en vervelen zich snel in de steriele tanks. Of ze worden agressief en vechten met elkaar.’ In besloten ruimtes kan het zelfs tot kannibalisme leiden.

De bio-industrie in de haven van Las Palmas ligt voorlopig nog even stil. Nueva Pescanova heeft nog geen vergunning ontvangen van de Spaanse overheid. De tot nu toe bekende onderzoeksresultaten zijn overigens zeer ontnuchterend: de in gevangenschap gefokte dieren kunnen blijkbaar minder goed overleven dan gehoopt, en vele sterven kort na de geboorte. Toch houdt Nueva Pescanova zich vast aan zijn plannen. Het bedrijf ging niet akkoord met een interview of een persbezoek aan zijn onderzoeksfaciliteit in Galicië.

Het zal nog een hele kluif worden om de plannen erdoor te drukken. Dierenrechtenactivisten protesteren fel tegen Europa’s eerste octopusboerderij. Sinds 2010 worden octopussen in de EU erkend als bewuste wezens. De Commissie wilde haar dierenwelzijnsregels tegen eind 2023 aanpassen aan de nieuwste wetenschappelijke bevindingen, maar heeft de regelgeving nog niet aangenomen. Wetenschappers hopen dat minimumeisen voor de huisvesting en verzorging, zoals waterkwaliteit en dierdichtheid, in wetgeving worden opgenomen.

In het Spaanse stadje O Carballiño zegt Daniel González Atanes van A Pulpeira dat Nueva Pescanova ‘nog geen enkele kilo heeft geproduceerd’. Bovendien gaat het ook om smaak, geur, kleur en textuur en dat is volgens de restaurateur niet makkelijk na te bootsen. Hij zal het zijn klanten in ieder geval niet snel serveren. ‘Voor mij blijft de Mauritaanse octopus de beste ter wereld’, zegt Atanes terwijl hij een tentakel uit de magnetron haalt, met een schaar in stukjes knipt en op een houten plank legt. Een beetje olijfolie, zout en wat paprikapoeder en dan is het klaar.

Dit onderzoek werd in Mauritanië en Spanje ondersteund door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten, fondsbjp.nl, in Japan door het Pulitzer Center on Crisis Reporting

Cookie Consent with Real Cookie Banner